Het handhaven van de juiste kettingspanning op een kettingzaag is cruciaal voor een veilige en effectieve werking. Hier vindt u een stapsgewijze handleiding voor het controleren en aanpassen van de kettingspanning:
1. **Veiligheid voorop**: Voordat u onderhoud uitvoert, moet u ervoor zorgen dat de kettingzaag is uitgeschakeld en dat de motor is afgekoeld. Draag geschikte veiligheidsuitrusting, inclusief handschoenen en oogbescherming.
2. **Inspecteer de ketting**: Controleer de ketting op tekenen van schade, zoals gebroken of beschadigde schakels, overmatige slijtage of botte tanden. Vervang of slijp de ketting indien nodig voordat u de spanning aanpast.
3. **Laat de kettingrem los**: Indien ingeschakeld, laat u de kettingrem los zodat de ketting vrij kan bewegen.
4. **De zaagbladmoeren losdraaien**: Draai met het juiste gereedschap (meestal een sleutel of schroevendraaier) de moeren los die het zaagblad op zijn plaats houden. Deze bevinden zich meestal aan de zijkant van de kettingzaag.
5. **Kettingspanning aanpassen**: Er zijn doorgaans twee methoden om de kettingspanning aan te passen:
A. **Schroefspanner**: Sommige kettingzagen hebben een schroefvormige spanner die zich vlakbij het zaagblad bevindt. Draai de spanschroef met de klok mee om de ketting strakker te maken en tegen de klok in om hem losser te maken. Pas de spanning aan totdat de ketting iets van het zaagblad weggetrokken kan worden, maar niet zo los dat deze doorbuigt.
B. **Zijspanner**: Andere kettingzagen zijn voorzien van een aan de zijkant gemonteerd spansysteem. Gebruik in dit geval het spanwiel of de schroef om de spanning aan te passen. Draai het wiel of de schroef met de klok mee om de ketting strakker te maken en tegen de klok in om deze losser te maken. Nogmaals, streef naar lichte spanning zonder overmatig doorzakken.
6. **Controleer de spanning**: Nadat u de spanning heeft aangepast, draait u de ketting handmatig met de hand om er zeker van te zijn dat deze vrij langs het zaagblad beweegt zonder dat deze vastloopt. Controleer ook of de ketting goed op het zaagblad en het aandrijftandwiel zit.
7. **Zaagbladmoeren vastdraaien**: Zodra u tevreden bent met de kettingspanning, draait u de zwaardmoeren stevig vast om het zwaard op zijn plaats te houden. Zorg ervoor dat u de ketting niet te strak aandraait, omdat dit in de toekomst problemen kan veroorzaken bij het afstellen van de kettingspanning.
8. **Eindinspectie**: Voordat u de kettingzaag start, voert u een laatste inspectie uit om er zeker van te zijn dat alles goed is gemonteerd en vastgedraaid. Zorg ervoor dat de kettingrem correct functioneert.
9. **Proefdraaien**: Start de kettingzaag en laat hem even stationair draaien. Observeer de ketting om er zeker van te zijn dat deze soepel draait en niet overmatig trilt. Als alles er goed uitziet, bent u klaar om de kettingzaag te gebruiken.
10. **Regelmatige controles**: De kettingspanning kan tijdens gebruik veranderen als gevolg van hitte en trillingen. Het is essentieel om de spanning regelmatig te controleren en indien nodig aan te passen, vooral vóór elk gebruik.
Door deze stappen te volgen, kunt u de juiste kettingspanning van uw kettingzaag behouden, zodat u verzekerd bent van een veilige en efficiënte werking.